Kankerkroniek #2 Als angst hard op de deur klopt.
- petra van den donker
- 8 aug 2023
- 4 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 23 aug 2023

Een hele tijd geleden, ik was een jaar of veertien, heb ik vliegangst ontwikkeld. Op een reisdag met drie vluchten gebeurde iets verdrietigs waarbij ik besefte dat ik geen controle over de situatie had terwijl ik dat zo graag wilde. Bij elke vlucht erna groeide de angst en ik moest er iets aan doen wilde ik ooit nog, min of meer, onbezorgd reizen. Tijdens een training van Stichting VALK leerde ik onder andere dat je angst alleen de baas kunt worden als je het toestaat om bij je binnen te komen. De deur barricaderen wanneer angst hard aanklopt helpt niet, het kloppen houdt er niet mee op en angst stelt zich nog harder kloppend op als een echte klootzak, het blijft je sarren. Tegenwoordig kan ik er best mee overweg, maar de klootzak stelt me momenteel wel heel hard op de proef met de onzekerheid na de voorlopige borstkankerdiagnose.
Op naar de mammapoli
Tijdens de ochtend van 20 juli op de mammapoli van het LUMC kwam het hele setje met onderzoeken voorbij om de sneldiagnose op dezelfde dag te kunnen stellen. Het begon met de anamnese en lichamelijk onderzoek bij de verpleegkundig specialist. Peter was meegekomen voor support en het tweede paar oren voor alle informatie op deze toch wel intense dag. Ondanks de verwijzing vanuit het bob met BI-RADS score 4, maakte ik mij nog niet al teveel zorgen. De kans is ongeveer 40% dat er sprake is van een kwaadaardige tumor, dat betekent dus ook dat de kans 60% is dat het om een goedaardige massa gaat.
Het volgende onderzoek is opnieuw een mammografie, dit keer alleen van mijn linkerborst waar de plek is gevonden. Deze beelden verschaffen iets meer inzicht door de toevoeging van tomosynthese, een techniek waarmee 3D beelden gemaakt kunnen worden.
Bij het maken van de echobeelden wordt het spannender. We kijken mee op de monitor en zien hoe de massa mooi in beeld wordt gebracht. Ook de lymfeklieren in mijn linkeroksel worden nauwkeurig bestudeert en de radioloog vindt een verdikt exemplaar. Hier gaan dan toch wat alarmbellen rinkelen en na een '1 en 1 is vaak 2' antwoord op mijn vraag of dit slecht nieuws kan zijn komen de tranen. Ik heb er nu nog maar weinig vertrouwen in dat ik vandaag nog bij de 60% goedaardige gevallen kan horen en ik onderga verder gelaten de cytologische punctie in mijn oksel en het histologisch biopt in mijn borst. Met een heel goedbedoeld 'sterkte' en een lief gebaar door een wrijf over mijn been van radioloog en echolaborant verlaten we, toch wel wat aangeslagen, het ziekenhuis.
Later op de middag krijgen we de voorlopige diagnose dat er een kwaadaardige tumor in mijn borst zit. De punctie is mislukt en moet de volgende dag opnieuw, de uitslagen van punctie, biopt en voorlopig behandelplan volgen een week erna tijdens de afspraak met de oncologisch chirurg op 27 juli.
Ik doe een belrondje naar het kleine kringetje van mensen die op de hoogte zijn. Jasmijn & Jeroen en Marlotte komen bij ons thuis. We zijn in tranen, praten over de wat-alsen, de hoe-dans en pfff-jeetjes. Met heel veel behoefte aan frisse lucht gaan we naar buiten, een rondje varen en een hapje eten. Het lijkt op een vreemde manier wel een verjaardagsfeestje en in het restaurant bombarderen we deze dag ook zo. Gek hoe zoiets gaat hĆØ. Kort na het stomste bericht dat ik in tijden heb ontvangen gaan we al over op de bijna morbide grappen over mogelijk donormateriaal en roep ik huilend aan de telefoon tegen vriendin Aranka dat het toch superzonde is dat ik een toeslag moest betalen voor extra stof voor het lijfje van mijn trouwjurk, terwijl een van die grote tieten me nu zo verraadt.
Druk
De volgende dag, vrijdag 21 juli, gaat de spreekwoordelijke achtbaan verder. Mijn huisarts belt met de vraag hoe het gaat, Aranka komt, ik ontvang meer belletjes en berichten, ook van de mammapoli voor de afspraak voor een nieuwe punctie. De drukte overvalt me. Zo zag ik dit ziekenhuis alleen maar van buiten in het voorbijgaan en nu ben ik er alweer. Ik besef dat ik dit gebouw nog veel vaker van binnen ga zien.
De lymfeklier is lastig op te sporen en deze, andere, radioloog zegt dat een verdikking ook andere dingen kan betekenen. 'Maar we kunnen hier pas wat over zeggen wanneer het pathologieverslag klaar is.'
In het weekend is het even rustig. Ik weet nu zeker dat er geen zorgverlener gaat bellen en dat is fijn. Er gebeurt nu even niets.
Klop klop
De dagen erna zijn lastig, dit is dus de onzekerheid die zo ontzettend naar is. Je weet dat je iets boven het hoofd hangt, maar niet wƔt.
En dan is het donderdag 27 juli. Angst staat voor de deur en begint te kloppen. Eerst nog niet zo hard, maar als we richting het ziekenhuis gaan wordt het luider. In de wachtkamer klopt het zo hard dat het voelt net als vroeger, alsof ik in een vliegtuig moet stappen, vrezend dat het een heel bumpy ride gaat worden. Ik probeer de deur open te doen, maar het gaat niet. Al mijn zintuigen staan enorm aan, ik registreer alles en iedereen. De mensen in de wachtkamer (wie zou waarvoor komen en hoe erg is het?). Iemand zegt, net hard genoeg 'Het is niet goed, het is kut!' en maakt vervolgens een afspraak aan de balie bij de internist-oncoloog. Ik vind het ook kut voor haar.
En dan ben ik aan de beurt.
Angst bonkt.
Mijn hart ook.
Comments